Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 2003 betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels-of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen,het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en deorganisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en tot opheffing van het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van de vergoeding van de erkende ondernemingsloketten voor het beheer van de machtigingen van ambulante activiteiten en van de machtigingen van kermisactiviteitenRechtsgrondenDit besluit is gebaseerd op:-de wetvan25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, artikel 3, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006, artikel 5, 1°, vervangen bij de wet van 4 juli 2005,artikel 10, §1, vervangen bij het decreet van 24 februari 2017en artikel 10, §3;-het decreet van 3 maart 2023 tot afschaffing van de voorafgaande machtiging voor de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten en tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffendede uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, artikel 11.VormvereistenDe volgende vormvereisten zijnvervuld:-De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord verleend op 22 mei 2023.-De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op 19 juni 2023.-De Raad van State heeft advies 73.997/1/Vgegeven op 28 juli 2023.MotiveringDit besluit is gebaseerd op het volgende motief:VR 2023 2209 DOC.1207/2BIS
-In de beleidsnota 2019-2024 van de Vlaamse minister,bevoegd voor de economie staat de ambitie uitgedrukt om de regelgeving op het vlak van ambulante handel en kermisactiviteiten te actualiseren, om de lokale autonomie te verhogen en beter in te spelen op nieuwe consumententrends op het vlak van markten. Ook door wijzigingen in de vennootschapswetgeving en in het licht van verdere decentralisatie en verhoogde autonomie van de steden moet de wetgeving ambulante handel herbekeken worden.InitiatiefnemerDit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.Na beraadslaging,DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:Hoofdstuk 1. Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 2003betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels-of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van OndernemingenArtikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 juni 2003 betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels-of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen wordt punt d) opgeheven.Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het koninklijk besluit van24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteitenArt.2.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° er wordt een punt 1°/1 ingevoegd dat luidt als volgt:”1°/1de afgevaardigde:de persoon aan wie de burgemeester zijn bevoegdheid inzake de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten heeft gedelegeerdmet toepassing van de bestaande wettelijke regelsof het personeelslid die deze taak vervult binnen zijn vast takenpakket;”;2° er wordt een punt 2°/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:“2°/1de concessionaris: de persoon aan wie de overheid op reglementaire of contractuele basis, de uitoefening en de organisatie van een ambulante activiteitheeft toevertrouwd.”.
11Art. 3.In artikel 6 van hetzelfdebesluit, gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° het derde lid wordt opgeheven;2° in het vierde lid worden tussen de woorden “De gemeente kan” en het woord “individuele” de woorden “in het gemeentelijk reglement” ingevoegd.Art.4.Artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, wordt vervangen door wat volgt:“Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder producten of diensten met een niet-commercieel karakter: 1°de occasionele verkoop van producten of diensten met het oog op een menslievend, sociaal, cultureel, educatiefofsportief doel;2°de occasionele verkoop van producten of diensten met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten;3°de occasionele verkoop van producten of dienstendie plaatsvindt bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade.Producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.De gemeente kan in het gemeentelijk reglementbijkomende voorwaarden bepalen om producten of diensten met een niet-commercieel karakter teverkopen, te koop aante bieden of uitte stallenmet het oog op de verkoop.”.Art. 5.Artikel 8, derde lid,van hetzelfde besluit wordt opgeheven.Art.6.Artikel 9, tweede en derde lid,van hetzelfde besluit wordenopgeheven. Art. 7.Artikel 11, derde lid,van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art.8.In artikel 12, §1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° in het eerste lid wordt de zinsnede “, zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen” opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven.Art. 9.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven:1° artikel 13en 14, gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017;2° artikel 14/1,ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2013.
Art. 10.Artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,wordt vervangen door wat volgt: “Art. 15. De verkoop, tekoopaanbiedingof uitstalling met het oog op de verkoop vanproducten ofdiensten op het grondgebied van de gemeente en buiten de vestigingen van de verkoper wordt pas toegelaten als de verkoperal de volgende elementenaantoont:1°de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico’s;2°bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.De documenten, vermeld in het eerstelid, 1°en 2°, worden voorgelegd:1°aan de burgemeester, zijn afgevaardigdeof de concessionaris bij de toekenning van een standplaats, en naar aanleiding van een periodieke en steekproefsgewijze controle;2°op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.Art. 11.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven:1° artikel 16;2° artikel 17, gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017;3°artikel 18en 21.Art. 12.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordtvervangen door wat volgt: “Art. 25.De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen. De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt,zijn identiteitsbewijs voorlegt.De gemeente kan in het gemeentelijk reglementbepalen dat de standplaatsen occasioneel ook toegewezen kunnen worden aan wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstaltmet het oog op de verkoop.”.Art. 13.Artikel 26 van hetzelfde besluit,gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, wordtvervangen door wat volgt: “Art. 26. §1. De standplaatsen die toegewezen zijn aan de personen,vermeld in artikel 25, eerste lid, kunnen ingenomen wordendoor al de volgende personen:1°de natuurlijkepersoon aan wie de standplaats is toegewezen;2°de verantwoordelijken van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
113°de feitelijke vennotenvan de natuurlijkepersoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent;4°de echtgenoot of echtgenoteof de wettelijksamenwonendepartner van de natuurlijkepersoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;5°de personen die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijkepersoon, maatschapof rechtspersoon,vermeldin 1° tot en met 4°.De personen,vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemendie toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijkepersoon, maatschapof rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst ze de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuurd.§2. De gemeente kan in het gemeentelijk reglementbepalen dat wie niet beroepsmatigproducten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt,ook een standplaats kan innemen.”.Art. 14.In artikel 27, §2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° in het eerste lid worden tussen de woorden “De gemeente kan” en de woorden “met voorafgaande” de woorden “in het gemeentelijk reglement” ingevoegd;2° in het derde lid worden de woorden “De gemeente” vervangen door de zinsnede “De burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 15.In artikel 28, eerste lid,van hetzelfde besluit,gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° dewoorden “gaat de gemeente” worden vervangen door de zinsnede “gaat de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris”;2° de woorden “maakt de gemeente” worden vervangen door de zinsnede “maakt de burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 16.In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden “de gemeente” telkens vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”;2° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”;
3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 17.In artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigdbij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden tussen de woorden “van een rechtspersoon” en de woorden “door wie” de woorden “of van een maatschap” ingevoegd;2°in het tweede lidworden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”;3° in het vierde lid wordttussen de woorden “als natuurlijke persoon” en de woorden “of als rechtspersoon” de zinsnede“, als maatschap” ingevoegd;4° in het zevende lid worden de woorden “De gemeente” vervangen door de zinsnede “De burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 18.In artikel 33 van hetzelfde besluitworden de woorden “De gemeente” vervangen door de zinsnede “De burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 19.In artikel 34, eerste lid, van hetzelfde besluit,gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,wordende volgende wijzigingen aangebracht:1° de woorden “De gemeente” worden vervangen door de zinsnede “De burgemeester, zijn afgevaardigde”;2°tussen de woorden “handelsnaam van de rechtspersoon” en de woorden “aan wie” worden de woorden “of maatschap” ingevoegd.Art. 20.In artikel 35 van hetzelfde besluit,vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden “houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever” vervangen door de woorden “in de Kruispuntbank van Ondernemingen is ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteiten”;2°in het eerste lidworden tussen de woorden “de gemeente” en de woorden “een wijziging” de woorden “in het gemeentelijk reglement” ingevoegd;3° in het tweede lid worden de woorden “de gemeente” vervangen door de woorden“de burgemeesterofzijn afgevaardigde”;4° in het derde lid, inleidende zin,worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”;
5°in het derde lid, 1°,worden de woorden “beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten” vervangen door de woorden “het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen”;6° in het derde lid, 1°, worden tussen de woorden “de gemeente” en de zinsnede “, uit” de woorden “in het gemeentelijk reglement” ingevoegd;7° aan het derde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: “3° de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld inartikel 15, eerste lid.”.Art. 21.in artikel 38 van hetzelfde besluit worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 22.In artikel 42, §1,en §2,derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art. 23.In artikel 43, §1 en §2,derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden “de gemeente” vervangen door de zinsnede “de burgemeester, zijn afgevaardigde”.Art.24.In artikel 44 van hetzelfde besluit,gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017,wordende zinsnede “documenten, voorzien in artikel 15, welke de”en de zinsnede “aantonen,” opgeheven.Art. 25.Bijlage Ia, Ib, Ic, II en III bij hetzelfde besluit worden opgeheven.Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomieArt. 26.In het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomiewordt voor artikel 1, dat artikel 1/1 wordt,een nieuw artikel 1ingevoegd, dat luidt als volgt:“Artikel 1. Indit besluitwordt verstaan onder:1° de afgevaardigde: de persoon aan wie de burgemeester zijn bevoegdheid inzake de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomieheeft gedelegeerd met toepassing van de bestaande wettelijke regelsof het personeelslid die deze taak vervult binnen zijn vast takenpakket;2° de concessionaris: de persoon aan wie de overheid op reglementaire of contractuele basis, de uitoefening en de organisatie van een kermisactiviteit ofambulante activiteit in kermisgastronomieheeft toevertrouwd.”.Art.27.Artikel 1/1, 2 en 3 van het hetzelfdebesluit worden opgeheven.